De esdoorn of ahorn (Acer) is een geslacht van bomen of heesters. Afhankelijk van taxonomische opvatting hoort deze, klassiek, tot de Esdoornfamilie (Aceraceae) of, modern, tot de Zeepboomfamilie (Sapindaceae).
Esdoorns komen voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond; enkele komen voor in Zuidoost-Azië en Indonesië. Het geslacht zal zo’n 120 soorten tellen, in 16 secties met 230 verschillende taxa (soorten, ondersoorten en variëteiten). Daarnaast zijn er verschillende hybriden.
Inheems in Nederland zijn alleen de Spaanse aak of Veldesdoorn (Acer campestre) en in (Nederlands) Limburg de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). Bijna alle soorten hebben in het voorjaar door de hoge worteldruk een sterke sapstroom, waardoor in deze tijd van het jaar wonden sterk kunnen bloeden. De meeste soorten hebben door de dunne bast gauw last van verbranding als de zon op de stam kan schijnen.
Het hout is zeer bruikbaar, voor meubels en trappen en omdat het goed bestand is tegen slijtage ook voor vloeren. Esdoorn wordt ook gebruikt voor het maken van keukens omdat het een lichte kleur heeft. Wanneer het een mooie golftekening heeft wordt het onder andere voor rugbladen van violen en dure gitaren gebruikt.